Let's talk about

PORCINE RESPIRATORY DISEASE COMPLEX

Let's talk about

PORCINE RESPIRATORY DISEASE COMPLEX

Wat zijn de infectieuze oorzaken van Porcine Respiratory Disease Complex?

De C uit PRDC staat voor “complex” en geeft aan dat het ziektebeeld wordt veroorzaakt door een samenspel van factoren. Er is bij PRDC niet één oorzaak aan te duiden, en bovendien zijn de gevolgen vaak groter dan de eenvoudige optelsom omdat ziektekiemen en risicofactoren elkaar versterken. Enerzijds zijn er infectieuze oorzaken en anderzijds spelen niet-infectieuze oorzaken, omgevingsfactoren en management een rol. In deze newsletter geven we een overzicht van de infectieuze oorzaken. We maken daarbij een onderscheid tussen primaire en secundaire infecties.

Primaire infecties
Virale infecties zijn vaak de voorlopers van PRDC problematiek, waarvan PRRSv en influenza momenteel de twee belangrijkste zijn. Het zijn allebei primaire ziekteverwekkers, wat betekent dat het virus op zichzelf in staat is om het ademhalingsstelsel te infecteren en ziekte te veroorzaken. Een ongecompliceerde virale infectie gaat gepaard met een korte periode van acute symptomen, zoals conjunctivitis, hoest, koorts en een dip in de voeropname. Bij een lage infectiedruk kan de infectie onopgemerkt blijven. Monitoring op basis van speekselmonsters levert soms onverwachte resultaten op (positief, met hoge Ct waarden). Omdat de meeste Nederlandse varkensbedrijven endemisch geïnfecteerd zijn met verschillende virussen en bacteriën, is de kans op co-infectie en de ontwikkeling van PRDC reëel.

Een infectie met PCV2 kan verschillende ziektebeelden veroorzaken naargelang de leeftijd, de weerstand en de leefomstandigheden van het varken. Tot “PCV2 associated disease” behoren wegkwijnziekte, PDNS, vruchtbaarheidsproblemen (SMEDI) en ook PRDC. Een (sub)klinische infectie met PCV2 onderdrukt het immuunsysteem waardoor het varken gevoeliger wordt voor andere infecties.

Voor virale luchtweginfecties bij varkens zijn er specifieke preventieve maatregelen om de infectiedruk op een bedrijf te verlagen en/of te vermijden. Deze maatregelen, die o.a. met hygiëne, luchtkwaliteit en stalklimaat te maken hebben, bespreken we in de volgende newsletters.

In de groep van bacteriën is Mycoplasma hyopneumoniae een primaire ziekteverwekker in PRDC. De bacterie verstoort de functie van het trilhaarepitheel waardoor een belangrijk verdedigingsmechanisme van de bovenste luchtwegen (“de mucociliaire clearance”) niet goed werkt en kiemen, endotoxinen, stof e.d. gemakkelijker de longen bereiken. M. hyopneumoniaebeïnvloedt ook het immuunsysteem waardoor varkens vatbaarder worden voor longontsteking.

Toxigene Bordetella bronchiseptica kan rhinitis, tracheïtis en pneumonie veroorzaken. Ter hoogte van de neus leiden de toxines tot een tijdelijke atrofie van de neusschelpen (“niet progressieve atrofische rhinitis”, afgekort NPAR). Er is veel variatie in de uitgebreidheid en ernst van de letsels bij biggen. Hoewel van voorbijgaande aard schuilt hier wel een risico. Een gezonde neus werkt als een filter voor de binnenkomende lucht en houdt schadelijke stoffen en kiemen tegen. Gedurende de periode dat de neusschelpen aangetast zijn, staat de poort van het ademhalingsstelsel als het ware open voor andere ziekteverwekkers.

De migratie van spoelwormlarven kan de longen gevoeliger maken voor infecties en daarom een primaire factor zijn in PRDC.

Secundaire infecties
Met secundaire infecties bedoelen we opportunistische ziektekiemen die profiteren van de primaire infectie. Het is gekend dat een infectie met B. bronchiseptica het makkelijker maakt voor andere bacteriën, zoals Streptococcus suis, Pasteurella multocida, Mycoplasma hyorhinis enGlaesserella parasuis, om de longen en/of de bloedbaan te bereiken.

Als de primaire infecties en niet-infectieuze risicofactoren onder controle zijn, vormen de secundaire infecties normaal geen probleem. Secundaire infecties zijn meestal bacterieel. Gekende voorbeelden zijn P. multocida, S.suis, Actinobacillus pleuropneumoniae en G. parasuis.

P. multocida is bekend als veroorzaker van atrofische rhinitis (snuffelziekte; in combinatie met toxigene B.bronchiseptica). Behalve atrofie van de neusschelpen kan P. multocida ook acute longontsteking veroorzaken. Dit gaat altijd gepaard met een andere infectie, zoals M. hyopneumoniae of PRRSv.

Primair of secundair?
Soms is de scheiding tussen primair en secundair niet zo duidelijk. Bepaalde ziekteverwekkers kunnen zowel primaire als secundaire infecties veroorzaken afhankelijk van de omstandigheden en de aan- of afwezigheid van virulentiegenen. Zo is toxigene B.bronchiseptica een primaire ziektekiem maar spelen laagvirulente stammen een secundaire rol. Een ander voorbeeld is APP met grote virulentieverschillen tussen serotypes.

Co-infectie tabel
Een goed hulpmiddel om infecties overzichtelijk te maken is een co-infectietabel: een tabel met op de horizontale as de leeftijd in weken en op de verticale as de ziekteverwekkers die onderzocht zijn.
In de tabel geeft u met kleur aan wanneer de infectie actief is. Hierin kunt u zelf keuzes maken, de kleurbalk kan bv. gebaseerd zijn op bacteriologisch of PCR onderzoek (bv. negatief / laag positief / sterk positief) of op serologisch onderzoek (bv. startpunt: seroconversie bij enkele dieren, eindpunt: 100% seropositief). Ter illustratie 2 voorbeelden op basis van HIPRA serumprofielen.

Voorbeeld 1: PRDC in de vleesvarkensstal

Voorbeeld 2: PRDC in de biggenstal

Bij alle PRDC klachten wordt de ernst beïnvloed door andere factoren. In de volgende newsletter gaan we in op de niet-infectieuze risicofactoren voor PRDC.